Actualiteiten

Droogstand, de basis voor vruchtbaarheid


Terwijl de koe bezig is met de laatste periode van de dracht, en u als melkveehouder haar voorbereid op de volgende lactatie kunt u tegelijkertijd de koe ook al klaarstomen op haar volgende dracht!
Vruchtbaarheidsproblemen komen pas aan het licht na 60 tot 100 lactatiedagen. Maar de basis van een goede vruchtbaarheid wordt al gelegd in een periode van 70 tot 90 dagen vóór het kalven. Dit betekent dat wanneer u uw koe op 50 dagen insemineert, een eicel bevrucht wordt die de ontwikkelt is in de droogstand.
De vruchtbaarheid wordt negatief beïnvloed door een te diepe negatieve energie balans (NEB) en (onzichtbare) melkziekte.
 

Eicelkwaliteit

In de droogstand begint het kalf flink te groeien, door de ruimte die het kalf inneemt zal de eetlust van de koe afnemen. Dit veroorzaakt een neerwaartse spiraal van verminderde opname, minder energie voorziening en uiteindelijk een NEB. Na afkalven wordt een NEB versterkt door het op gang komen van de melkproductie en het achter blijven van de voeropname.

Een te diepe NEB zorgt voor het vrijkomen van vrije vetzuren (NEFA’s). Deze NEFA’s hebben een toxische werking op de eicel en follikel. Daarnaast zal door een te diepe NEB de baarmoeder een mogelijk bevruchte eicel slechter ontvangen.

Ook heeft een NEB een negatieve invloed op de hormoonhuishouding. Hormonen die normaliter ondersteunen bij de groei en ontwikkeling van organen, hebben ook een belangrijke functie bij de eicelontwikkeling. Een te diepe NEB beïnvloed de hormoonproductie, en daarmee de eicelontwikkeling.

Het inseminatiemoment kan veel invloed hebben op de kans van dracht. Bij een inseminatiemoment rond 50 lacatiedagen, is de eicel ontwikkelt in de droogstand, en voornamelijk vóór de NEB. Deze eicellen zullen van betere kwaliteit zijn, dan de eicellen die ontwikkelt zijn midden in de NEB, waarbij het inseminatiemoment rond 80 dagen ligt.
 

(Onzichtbare) melkziekte

Een calciumtekort zorgt voor een verzwakking van de weeën. Dit vertraagt het afkalfproces, en geeft meer kans op aan de nageboorte blijven staan. Het calciumtekort hoeft hiervoor niet zo groot te zijn dat de koe zichtbare melkziekte heeft.
Ook werkt het afweersysteem minder goed bij een calciumtekort, calcium beïnvloedt de activatie van witte bloedcellen. Hierdoor wordt de koe nog gevoeliger voor aan de nageboorte blijven staan, baarmoederontsteking of witvuilen. Ook vermindert de spierspanning van de slotgaten, waardoor de uiergezondheid ook verminderd kan worden.

Het slecht opschonen van de baarmoeder kan lang doorwerken en een negatief effect hebben op de innesteling van een bevruchte eicel.
 

Voeding

Het voorkomen van een negatieve energie balans en calciumtekorten beginnen bij een passend en smakelijk rantsoen. Een droogstandsrantsoen zal aan de volgende eisen moeten voldoen:
  • Smakelijk en vers
  • Onbeperkt toegang tot het rantsoen
  • Juiste energie- en eiwitdekking
  • Vitaminen en mineralen aanvulling naar behoefte
  • Eventueel anionische zouten
  • (Deels) dezelfde componenten als het melkveerantsoen
Het gebruik maken van dezelfde componenten als het melkveerantsoen zorgt voor een geleidelijke overgang naar de droogstand, en na het afkalven. Hierdoor wordt de opname beter behouden. Ook is een actieve pensflora belangrijk voor de productie van onder andere vitamine B. Dit heeft de (bevruchte) eicel en embryo nodig voor groei en ontwikkeling.
 

Tips voor het verbeteren van de vruchtbaarheid

  • Voer een smakelijk, vers en passend rantsoen. Zowel in de droogstand als na het afkalven;
  • Voorkom grote voerovergangen;
  • Behoud de conditie waarmee de koeien de droogstand in gaan;
  • Voorkom stress bij droogzetten, tijdens de droogstand en tijdens afkalven;
  • Houdt rekening bij de stierkeuze met vruchtbaarheid voor de volgende generatie;
  • Zorg voor een goede klauwgezondheid in de transitieperiode. 

Neem voor vragen of advies contact op met transitie- en jongveespecialist Emmy Heilersig, T: 0683678911.

02-12-2020