Actualiteiten

Van land naar voerhek met zo min mogelijk verliezen


Hoe behoud je de behaalde graskwaliteit van het land in de kuil? Dit is een vraag wat ons allemaal bezig houdt, en elk jaar weer uitdaagt!
In dit artikel geven we tips en adviezen om het gras zo goed mogelijk in de kuil te krijgen en te houden.


Het groeiseizoen is ondertussen van start gegaan, de mest ligt op het land en over een paar weken zullen de eerste percelen gemaaid worden.
In deze fase is het erg belangrijk om de kwaliteit van het verse gras zo veel mogelijk te behouden tijdens het inkuil- en conserveringsproces, en later het uitkuilproces.
Goed ruwvoer bepaald namelijk voor een groot gedeelte uw saldo.
Een goede kuil begint al bij het maaimoment. De opbrengst van het gewas moet passen bij je geplande bemesting, zodat het kuilgras past bij je rantsoen.
 

Ruw as

Het klinkt zo logisch, maar zorg voor zo min mogelijk verontreiniging in je gewas! Dit komt toch nog vaak voor. Zand verstoort de conservering en zorgt daardoor voor een hogere ammoniak fractie in de kuil.
Maai het gras dus niet te kort (stoppellengte 6-7 cm). Dit zorgt niet alleen voor minder verontreiniging in de kuil, maar ook voor een snellere hergroei. Let wel op dat de rest van de machines (zoals hark, schudder, etc) ook hierop zijn aangepast.
 

Droge stof

Streef (in een zo kort mogelijke veldperiode) naar een droge stof gehalte van 40-50% in de eerste snede.
Een te natte eerste snede zorgt ervoor dat onder andere het eiwit te veel voor verteerd wordt in de kuil. Hierdoor wordt de OEB hoger, en wordt de kuil moeilijker te benutten voor de koe.
Bij een te droge kuil is de kans op broeiverliezen groter.
Maaien met een brede afleg en kneuzen helpt de veldperiode te verkorten. Hoe langer de periode op het veld, hoe groter het voederwaarde verlies.
Mocht door omstandigheden het drogen tegenvallen, laat dan het gras niet langer op het land liggen, maar neem een lager DS-gehalte voor lief. Help de conservering van de natte kuil met een inkuilmiddel (zie ‘Inkuilmiddel’).
 

Inkuilproces

Het inkuilproces is op te delen in 2 fasen. In de eerst fase wordt de aanwezige zuurstof verbruikt. Hoe minder zuurstof in de kuil, hoe korter deze fase duurt.
Vastrijden is daarom erg belangrijk! De man op de kuil bepaald de aanvoer snelheid. Door vast aan te rijden worden verliezen flink beperkt. Daarbij is gehakseld of gesneden gras makkelijker vast te rijden. Dek de kuil na het inkuilen zo snel mogelijk luchtdicht af, en met zo veel mogelijk druk op de kuil (zand of andere afdekmiddel)
In de tweede fase zijn melkzuurbacteriën actief. Uit de suikers in het ruwvoer wordt melkzuur geproduceerd, in anaerobe omstandigheden. Zolang er dus nog zuurstof in de kuil aanwezig is, komt dit proces niet op gang!
Deze gewenste melkzuurbacteriën zorgen na verloop van tijd voor een stabiele zure pH in de kuil. Deze fase duurt gemiddeld 3 tot 6 weken. In de stabiele toestand zijn micro-organismen zijn niet meer actief (zolang de anaerobe omstandigheden blijven aanhouden).
 

Uitkuilproces

Houd bij het maken van de kuil al rekening met het uitkuilen. Denk hierbij aan voersnelheid. Maak voldoende lange kuilen, die niet te hoog en te breed zijn. Een voersnelheid van 1,5-2 meter per week zorgt voor minder kans op broei tijdens het uitkuilen.
 

Inkuilmiddel

Een korte veldperiode, 40-50% DS, en een goed verdichte kuil zijn dus de voorwaarden voor een geslaagde kuil zonder grote verliezen.
Echter is dit in de praktijk nog wel eens anders...
Als de omstandigheden niet ideaal zijn voor een goede conservering kan er gebruik gemaakt worden van een inkuilmiddel. Hierin zijn twee mogelijke typen bacteriën beschikbaar:

Homofermentatieve bacteriën

Deze bacteriën vormen enkel melkzuur. Dit zorgt ervoor dat de kuil sneller stabiel is. Een inkuilmiddel met homofermentatieve bacteriën kan worden ingezet als het gewas slecht heeft gedroogd door weersomstandigheden, maar ook als bijvoorbeeld het gewas weinig suiker en veel eiwit bevat (najaarsgras).

Heterofermentatieve bacteriën

Deze bacteriën produceren naast melkzuur ook ethanol, azijnzuur en koolzuur. Azijnzuur remt de vorming op schimmels en gisten, wat de kans op broei verlaagd tijdens het uitkuilen. Dit inkuilmiddel kan gebruikt worden als de kuil door omstandigheden toch hoger of breder gemaakt moet worden, waardoor de voersnelheid wordt verlaagd.


Neem voor vragen of advies rondom inkuilen en inkuilmiddelen contact op met onze adviseurs Ronald Wolters +31 (0)6 10 92 97 46, of Jasper te Winkel +31 (0)6 12 47 29 64.